vrijdag 21 mei 2010

Over bergen en parasieten

Dag vriendjes en bloedverwantjes aan de andere kant van de aardbol!
Ja, ik weet het, eergisteren nog maar een blog gepost en hier ben ik alweer... Die vorige blog was namelijk al een tijdje aan het wachten om gepost te worden maar wegens electriciteitpannes in Kathmandu was dat er nog niet van gekomen. Op dit ogenblik heb ik jammer genoeg ook meer dan tijd genoeg om een nieuwe blog te typen. Samen met Febe zit ik namelijk niet in het zuidelijke Terai-gebied van Nepal om er een workshop van onze organisatie bij te wonen. In plaats daarvan zit ik in het Sahid Memorial Hospital vlakbij ons huis in Kathmandu, een ziekenhuis dat we na de driedaagse opname van Febe een kleine maand geleden liever niet meer terugzagen. Na Febe kwamen we hier al eens terug toen Jo een infectie had opgelopen, zij moest gelukkig niet worden opgenomen. De voorbije maand noemden ze mij de sterke van de drie op gezondheidsgebied, altijd een goede eetlust en geen buikproblemen... Tot nu dus, want Kathmandu lijkt een kwalijk effect te hebben op deze drie belgjes. Diarree, 39.5 graden koorts en overgeven zorgden ervoor dat ik toch best eens op controle moest gaan. En toen kwam het verdict: ook een parasiet, net als Febe. Ik werd opgenomen voor 1 nachtje maar zal hier uiteindelijk 3 nachten moeten blijven. JAK. Gelukkig heb ik de ultieme verpleegster bij mij die fantastisch verzorgt, op z’n Nepalees zal ik haar sister Deceuninck noemen. Maar goed, genoeg over mijn dagelijkse realiteit, laat ik het even over het leuke verleden hebben...

Op 7 mei kwam er gelukkig een einde aan de staking die Nepal een week lang plat legde. Hoe interessant het ook was om deze ongewone politieke situatie van op de eerste rij mee te volgen, toch waren we alledrie opgelucht als het voorbij was! Een week lang konden we zo goed als niets doen. Vooral voor de lokale bevolking was het geen evidente situatie. Er mocht niets van verkeer rijden en alle winkels waren gesloten onder druk van de protesterende Maoïsten. Daardoor konden vele mensen niet op hun job geraken en stegen de voedselprijzen enorm... Op dit ogenblik is de situatie nog steeds niet opgelost. De grondwet moet tegen eind mei worden goedgekeurd, er bestaat een kans dat de heisa dan terug begint. Laat ons hopen van niet want dan beginnen wij aan onze reis door Nepal en India en zo’n staking zou de planning wel eens in de war kunnen brengen.

Met een Nepal dat terug draait konden wij overgaan naar een volgende stageopdracht. Normaal gezien zouden we eerst naar Nawalparasi gaan om er een workshop bij te wonen (waar Johanna op dit moment is) maar uiteindelijk besloot onze begeleiding dat we beter eerst Rasuwa District bezochten. Zo gezegd zo gedaan, een dag later namen we bij het vroege ochtendgloren al een busje richting het begeerde Langtang-gebied. De 7 uur durende busrit kon ik enkel met veel bewondering uit het raampje kijken naar het prachtige landschap dat voorbij gleed. In het begin klonk er Nepalese muziek door de boxen tot we op een bepaald ogenblik het woord ‘tourist’ hoorden vallen en er een nieuwe cassette werd ingestoken. Het was duidelijk dat de chauffeur ons Westerlingen wou verwennen met een vleugje bekende muziek. Hilarisch genoeg was dit vleugje westerse muziek niets minder dan ‘the Vengaboys are coming...’. In Rasuwa District aangekomen verbleven we bij de mama en papa van Debaki, onze stagebegeleidster. Ze leven er werkelijk in een prachtige plek! Knalgroene rijstplantages, de prachtigste bomen, enkel zicht op bergen, zuivere waterbronnen,.... Heerlijk gewoon! We bezochten zowel de school waar Debaki lesgeeft als die waar haar zus Parvati werkt. Het lesniveau op die eerste school was jammer genoeg behoorlijk laag. Aan het einde van de dag kwamen we in het 3de middelbaar terecht. De kinderen vroegen ons om onszelf voor te stellen, dat deden we met enthousiasme. Toen ze daarna zelf aan de beurt waren lukte het hen niet om zich in het Engels voor te stellen. Een simpele ‘I am..., My age is...’ was al te moeilijk voor deze kinderen die reeds 10 jaar lang Engelse les krijgen op school. Dan kan je je vast het niveau van die lessen inbeelden. Op de school van Parvati was het gelukkig een pak beter. We konden er ook enkele universiteitslessen bijwonen. Wat ons vooral opviel was de korte duur van de lessen. Elke les duurt theoretisch 45 min maar in de praktijk duurt het vaak niet langer dan een halfuur. Ik voelde mij plots een grote gelukzak met de educatie die ik in België heb gekregen, man wat een verschil!

De mama van Debaki verwende ons echt qua eten! Zo kregen we er op onze eerste dag verse rijstpudding die ze maakt met verse melk van haar buffel en grote stukjes kokosnoot, mmmmh onweerstaanbaar lekker! De rijst en de curry die ze hier maken smaakt ook duizend keer lekkerder dan die van in Kathmandu. Alles komt hier recht van het veld, de smaak van het bronwater is niet te vergelijken met het ‘mineral water’ dat we in de stad kunnen kopen.
We kregen van Debaki ook een dagje vrij dat we doorbrachten aan de oever van de wilde Trisuli Rivier. Zalig het geluid van dat bruisende bergwater, een felle zon aan de hemel en enkel mijn 2 maatjes dicht bij me. Debaki heeft het begrepen dat we het fijner vinden als ze ons niet overbeschermt, een goed punt! Ze deelt ook steeds meer en meer over haar leven en de plaatselijke cultuur. Ik had mijn regels op het ogenblik dat we in Rasuwa waren. Door mijn ‘onreinheid’ mocht ik niet in de keuken of dichtbij hun altaar komen. Debaki is Brahmaanse (de hoogste kaste), hoewel ze zich profileert als zijnde openminded en vooruitstrevend, toch was de wijze waarop ze over Dalits (de kastelozen) sprak teleurstellend discriminerend. Men gelooft bijvoorbeeld dat een Brahmaan zal sterven als hij met een Dalit zou huwen. Debaki zegt wel dat ze hier niet in gelooft maar uit de manier dat ze over het onderwerp praat kunnen we afleiden dat ze toch twijfelt. Jammer om dit te ontdekken van iemand waarvan we dachten dat ze boven het kastesysteem stond.

Na enkele zeer fijne dagen bij de ouders van Debaki nemen we afscheid. Speciaal voor ons vertrek maakt ‘moedere’ een soort zoet brood, superlekker! Een grote rode tikka met rijstkorrels erin op ons voorhoofd (vre vul) en 50 roepies drinkgeld van ons moe en we zijn klaar om er drie daagjes met ons drietjes op uit te trekken. We zouden namelijk een bezoekje brengen aan Dunche, een plek in het Langtang National Park, vlakbij het beginpunt van de alom gekende trek.

14-05 ‘Happy birthday Remco en Goran!!
Aangezien het busje al propvol zit kruipen we samen met onze rugzakken op het dak van de busje dat ook al halfvol zit. Een hoop Nepalezen en 2 toeristen hebben zich al op het dak geïnstalleerd. Hayley en Sean komen uit Australië en zijn wel ok als medebusreizigers. Alles is wel ‘Oh my God, amazing!’ maar dat nemen we erbij. Enkele stops later komen er 3 grote kooien vol levende kippen op het dak terecht. De kippen zitten superdicht opeen en lijken al half gepluimd. Eerst wat kletsen en dan met mijn Ipod op shuffle vollop genieten van het onwerkelijke uitzicht rondom mij. Amai, ik heb me nog nooit zó Klein Duimpje gevoeld. Gigantisch hoge rotsen, junglegroen, verstopte watervalletjes, een waanzinnig mooie en diepe (!) vallei en de besneeuwde bergtoppen van de machtige Himalaya... Wat moet een mens meer hebben? Een moment om nooit meer te vergeten!
Onder een fel brandende zon rijden we schokkend en poep-pijnigend verder over smalle rotsachtige bergwegeltjes met de bijhorende haarspeldbochten. Plots roept Febe: ‘ligt er daar nu bloed?’ En ja, rechts van mij lagen er tussen de vele kippepluimpjes en strontjes vele bloeddruppels. Zo ook over het plastieken fietsje dat 1 van de Nepalezen mee had voor zijn kinderen. We noemden deze ‘the bloody bike’. Wanneer we met angstige blikken de oorsprong van dit bloedbad zoeken, komen we bij een gore (!) op mirakuleuze wijze onthoofde kip terecht. Waarschijnlijk zat ze met haar kopje tussen de touwen die de kooi vasthouden aan het dak. Een plotse schok zal de gruwelijke en plotse gebeurtenis tot gevolg hebben gehad. Wat achterbleef was enkel een kip zonder kop (met enkel nog een bloederig nekje) en de onbeantwoorde vraag: ‘waar is die kop naartoe?’. In 2 woorden: VRE VUL!
Intussen reed de bus verder tussen de schoonste bergen die ik ooit al heb gezien. Het is hier echt een sprookjesachtige plek! Ik waan me in het busje (enfin op het dak) zo nu en dan in een levensecht pretpark... WAUW! Tof om dit moment met mijn 2 rakkers te beleven.’

‘Momenteel zitten we in de Sherpa Lodge in het dorpje Thula Barko dat zich tussen Dunche (begin van Langtang National Park) en Syabrubesi (begin van de Langtangtrek) bevindt. Het lijkt wel alsof we de 1ste gasten in jaren zijn. Het lijkt wel het enige draaiende hotel in het dorp. Na een noedelsoepje besluiten we de lading stof van ons lijf te wassen maar de watervoorraad van het dorp laat ons in de steek. Dan maar met de tektowel in de hand naar de rivier. Het bergwater is ijskoud maar doet hoe dan ook ongelooflijk veel deugd.’

De dag nadien vertrokken we rond 6u om een deeltje van de oude route van de Langtangtrek te doen. Jo had in haar Lonely Planet trekkingboek zitten snuisteren en is toen met haar oog op deze doenbare 1-dagstrek gebotst. We vonden het alledrie superjammer dat we niet meer tijd hadden om in de echte Langtangtrek te doen maar waren vré content dat we op deze manier toch een ‘proeverke’ kregen. Hieronder een dagboekfragmentje van à la route...

’15 mei 2010 gaat de geschiedenis in als een grootse dag in het leven van Ira Kerkhove. Dit moet het zijn, denk ik, waar de oorsprong van ALLES ligt. Ik zit neer en kijk mijn ogen uit naar dit overweldigend natuurlijk tafereel. Ik kan het niet geloven dat ik dit écht beleef! Links zie ik een bergdorpje met de typische stenen huisjes en wapperende gebedsvlaggetjes. Daar achter gaat de 7000 meter hoge Ganesh Himal schuil. Dit is hét papa: uwen kleinen buk oog in oog met the one and only Ganesha! Recht voor mij ligt het groene diepe dal, het Langtang gebied... In de verte steekt een enorm groot en machtig besneeuwd Tibet boven de andere bergen uit. Klein Duimpje is alive and kicking. Rechts zie ik het woeste oerwoud waarin ik maanden zou kunnen verdwijnen. Zou het hier zijn dat de grootste literaire werken zijn geschreven? Het kan bijna niet anders. Nooit tevoren werd ik zo intens en veelvuldig zintuiglijk geprikkeld als hier. Ik voel hoe klein en miezerig ik ben in dit sprookjesland. Petieterig klein is mijn lijf, groots zijn de gedachten die mijn hoofd hier binnensluipen gevoed met wild bergwater, groene varens, de blik van een ravottende wilde aap, de oudste en wijste bomen die als moeders over hun kroost waken. Dit is onbeschrijfelijk! Hier kom ik ooit terug, ik kan niet anders. Dit gevoel is krachtgevend, vult me met liefde en goesting voor het leven. Het maakt mijn hoofd helder en mijn hart overvol. En het doet me denken: manneke wat moet ik niet nog allemaal ontdekken op deze aardbol?
“wat wil je later worden?” : REIZIGER 
Een leven in het teken van reizen, al de levenswijsheid en kracht die ik de voorbije maanden heb opgedaan lift mijn leven en mijn geloof in de mens tot ver over de hoogste (besneeuwde!) bergtoppen heen... Leven tussen de bergen, ik vraag me af wat het met je doet? Als je als kind hier geboren wordt en opgroeit met dit wereldbeeld? De kleuren en geuren, alles is zoveel intenser hier. Het is het pure leven, de natuur en ik, en al de rest doet er niet toe. Het leven in België lijkt zo een onbenulligheid als je oog in oog staat met ‘het dak van de wereld’.

T’is rustig in mijn hoofd
Gesust door de moeder der moeders
Krimpt mijn ego stapsgewijs
Omgeven door woeste waters en
Bergen groter dan het leven zelf
Voel ik me denderend in mijn rol
Van liliputter in reuzenland

Deze trek proeft naar meer! Laat Pokhara maar komen! Een beter woord dan WAUW bestaat er hier niet voor!’

dinsdag 18 mei 2010

Nepal: deel 1, een dagboekverslag

Namaste!

April was een woeste maand. Ik denk dat een mens niet in staat is om zoveel nieuwe indrukken in zich op te nemen op zo een korte tijd. De voorbije maand ben ik vooral in mijn hoofd gekropen. Ik heb hier zoveel tijd om na te denken, soms teveel tijd. Het voelt aan alsof ik de bergen, die ik hier elke dag vanop het dak zie, ’s nachts in mijn hoofd probeer te beklimmen. En die klim gaat niet zonder slag of stoot. Maar elke dag tilt deze moeilijke ervaring mij toch ook op om een beetje hoger te geraken. Ik neem jullie even mee doorheen mijn dagboekfragmenten van een Nepalese maand:

06-04 ‘We zijn aangekomen bij Tillotam in Nepal. Ik voel me zo miezerig klein en mis mijn thuis in Renganathapuram en België. Een dubbel pakketje heimwee maakt van een forse madam al gauw een triestig hummeltje.’

07-04 ‘Veel traantjes bij ons alledrie. Amai het is écht wennen aan deze nieuwe omgeving. Tillotam en Debaki spreken gebrekkig engels wat vaak voor misverstanden zorgt. Onbegrip slaat gauw een kloof. Hun engelse uitspraak is erbarmelijk maar soms ook apetijtelijk grappig. Zo veranderen ze de letters v en f in een b. Een vriend is dus een ‘briend’, een familie een ‘pamily’ en een dorp een ‘billage’.’

08-04 ‘Voor het 1st in 2 maanden kan ik met mijn haren los slapen zonder mij kapot te zweten. Het gevoel koud te hebben doet deugd na die ongelooflijke hitte in India (die ik heimelijk ook wel een beetje mis).

12-04 ‘Deze morgen om 05u30 opgestaan om naar de school in Rulpa te stappen. Stikkapot en met een overvol hoofd ben ik onze begeleider gevolgd doorheen een 3-uur durende stap-en klimtocht over de bergen. Ondanks de vermoeidheid was de tocht een fantastische ervaring! Ongelooflijke uitzichten waarin ik het gevoel had een liliputter te zijn...’

16-04 ‘Net terug ‘thuis’, al voelt deze plek nog niet zo, na een helse 13-uren durende busrit. Gisteren hebben we de geboorteplaats van Boeddha bezocht in Lumbini. Een supermooie en serene plek maar ik voelde me te moe en uitgeblust om er ten volle van te genieten.’

19-04 ‘Na een heerlijk telefoontje met mamie en papie voel ik me gevuld met liefde en gemis... IK-MIS-BELGIE-DAG; mocht ik een vlinder zijn met oneindig grote vleugels en de mogelijkheid om, al was het maar voor even, over te vliegen naar mijn thuis dan zou ik...
In de zetel kruipen bij mijn liefje en écht thuiskomen, trampoline springen en ravotten met mijn fantastische zus, op een krukje in de keuken van mijn papa zitten en kijken, ruiken en proeven hoe lekker hij kookt, een theetje drinken met mamie en papie en hun allebei een stevige knuffel geven, door Hansbeke huppelen en binnenspringen bij vrienden, op een Gents terrasje vers geperst pompelmoessap drinken met mijn vrienden, gezelschapsspelletjes spelen en wafels eten met slagroom,... Ik mis vertrouwdheid, mensen die mij kennen... Ik mis de stomme alledaagse dingen die ik in België zelfs niet opmerk maar waar ik van hieruit zo neig kan verlangen... We zijn zo’n lucky bastards met dat minilandje waar we echt onszelf kunnen zijn los van enige preutsheid. Waar we niet meer moeten vechten voor onze basisrechten maar waar de maatschappij aan zo een razend snel tempo vooruit gaat dat we soms simpelweg geen ruimte vinden in ons hoofd om te volgen... ’

21-04 “Life is a highway and I’m gonna ride it, and every day is a winding road. My rollercoaster has got the biggest ups and downs but as long as it keeps going on it’s unbelievable!”
‘Kimya Dawson probeert mij in slaap te zingen... ik voel me hier zo WAKKER ’s avonds... een hoofd vol eindeloze gedachten die me van het ene punt naar het andere brengen. Kronkels en verhalen die vastgeroest zitten in mijn grijs labyrint. Het is zalig om in die nachtelijke stilte te verdwijnen. Slapen lijkt een nutteloze bezigheid omdat de nacht klare momenten van reflectie met zich mee brengt.’

22-04 ‘In het leven fungeren andere mensen als spiegels voor onszelf om beetje bij beetje te ontdekken wie we echt zijn. Ik heb het moeilijk met confrontaties op alle gebied, met mezelf of met anderen. In België maak ik er een kunst van om ervan weg te lopen. Hier ben ik zo hard op mezelf en mijn compagnons aangewezen dat er geen ontsnapping mogelijk is. Deze trip leert me eerlijk te zijn met mezelf. Het voelt bevrijdend aan om gewoon te zijn wie ik ben. Ik ben een romantische denker, over grote dingen en kleine onbenulligheden. Urenlang kan ik ploeteren in mijn kop. Ik leef voor sfeer. Fantasiewerelden met magische kleuren en onweerstaanbare personages. Hmm. Ik brabbel. Doe mijn lichtje uit en laat Norah Jones mij de nacht inleiden. Vannacht een mooie en zoete droom, denk ik.
Ik hoop dat morgen een nieuwe dag brengt met frisse gedachten! Dat de dag even schoon en puur gekleurd mag zijn als ‘Blueberry nights’. ‘

24-04 ‘Vandaag een boeddhistische tempel bezocht niet ver van ons huisje in Kathmandu. Duizenden gebedsvlagjes die zachtjes meewaaien met de avondbries, het geluid van tikkende gebedswieletjes, monniken die in groepjes in volledige stilte doorheen de tempelomgeving schrijden,... Echt mooi! Daarna met het minibusje naar Thamel waar we, op zoek naar een restaurantje, onze klasgenoot Stijn tegen het lijf liepen. Surrealistisch maar zeer leuk om elkaar zomaar tegen te komen in Kathmandu .’

25-04 ‘Vandaag werd Febe opgenomen in het ziekenhuis met een maag-en darmontsteking en een parasiet. Nepalese ziekenhuizen... kleine kamers met teveel zieken, borende werkmannen in de kamer waar je wordt onderzocht, geen enkele douchefaciliteit,geen keuken,... We brachten Febe gebakken patatjes met appelmoes als avondeten en die Belgische touch deed ons alledrie goed op een dag als deze.’

27-04 ‘Er is politieke onrust in Nepal omdat de Maoïstische partij de regering wil laten vallen. Voor zover ik het juist heb begrepen moet de regering namelijk binnen de 42 dagen een nieuwe grondwet opstellen en goedkeuren. De Maoïsten steunen de regering niet bij het opstellen van de grondwet omdat ze willen dat de 1ste minister aftreedt. Vanaf 1 mei zullen er overal in Kathmandu stakingen en demonstraties doorgaan. Het hele land zal op zijn gat liggen. Geen vervoer, geen winkels, noppes. Geen mens die weet hoe lang deze stakingsperiode zal duren. Het is alsof gans Nepal besmet is geraakt met onze mentale impasse.’

28-04 ‘Net vernomen dat ook in België de regering is gevallen. Het voelt belachelijk om over Brussel Halle Vilvoorde na te denken vanuit een land dat na 11 jaar hevige conflictperiode op het punt staat een (hopelijk positieve) doorbraak te bekomen.’

29-04 ‘Vandaag hebben we een quiz opgesteld over België omdat er morgen 20 kinderen van de plaatselijke child club naar hier komen. Door de stakingen zijn ook alle scholen gesloten. Deze kinderen vinden het vreselijk dat zij slachtoffer zijn van de wantoestanden in de regering. Ze willen niet gewoon thuis zitten en niets doen. Daarom willen ze 2 dagen naar hier komen om samen met ons ervaringen te delen en bij te leren over de cultuurverschillen tussen Nepal en België. Het is ongelooflijk om deze kinderen krachtig te horen spreken over hun wil om te leren.’

01-05 ‘Mei is van start gegaan met de geplande betogingen overal in de stad. Heel het land is in staking. Ook bij AREDS was er voor De Dag van de Arbeid een optocht gepland door de beweging van de Unorganised Labourers. Zowel in India als in Nepal is er zoveel verenigde energie en strijdkracht aanwezig. Als je het vergelijkt met onze Dag van de Arbeid in België... Hier vechten ze niet alleen voor hun land maar ook voor de basisrechten die een mens nodig heeft om een waardig leven te kunnen leiden. Zowel in India als in Nepal is het vreselijk gesteld met de werkgelegenheid. In India ging diegene die het meeste geld onder tafel kon schuiven met de job aan de haal. In Nepal maak je pas kans op een job als je connecties hebt bij 1 van de regerende politieke partijen. Wie neutraal is loopt verloren.
Vandaag hebben we de ganse dag gespeeld met de kinderen van de Child Club. De België quiz viel in de smaak! De kinderen spreken vloeiend engels en zijn erg bedachtzaam. Het was zalig om eindelijk spelletjes te kunnen uitleggen zonder een vertaler. We maakten een muzikaal pakket met allerlei opdrachten en speelden daarnaast nog enkele andere spelletjes. De kinderen waren zeer enthousiast. We leerden het Nepalese volkslied zingen, wat trouwens echt een prachtig lied is. Beschamend om op te merken dat geen van ons drie het Belgische volkslied volledig kan zingen. Hier zit die cultuur zo anders in elkaar. Zowel hier als in India zingen de kinderen elke dag opnieuw het volkslied met een enorme fierheid over hun land. Ze slaan je om de oren met vragen over je nationaal dier, je nationale bloem, je nationaal gerecht? Waar is ons pattriotisme naartoe denk ik dan? Want hoe je het ook draait of keert, dit onstuimig geloof in de schoonheid van hun land is volgens mij toch een zeer mooi en sterk begin van hun dag.’

Om af te sluiten nog even de tekst van mijn favoriete lied van Raymond dat een goede illustratie is van het 1ste deel van mijn Nepalervaring:

“In mijn hoofd is alles heel eenvoudig, in mijn hoofd valt alles op zijn plaats.
Geen verderf, geen loeiende reclame. Welkom welkom in mijn hoofd.
Er is plaats voor eender welke richting. Er is tijd voor eender welke stroof.
Er is rust om alles t’overschouwen. ’T Is prettig toeven in mijn hoofd.
Overdag is er de verwarring, overdag loopt het spoor vlug dood.
Overdag wringt men zich in bochten.
Er is water voor wie echt wil drinken. Er is werk dat werd ons toch beloofd.
Er zijn slogans voor wie ze wil geloven maar de kern zit in mijn hoofd.
In mijn hoofd zijn geen misverstanden, in mijn hoofd blijft alles ongedeerd.
In balans onuitgesproken.
Naar het schijnt verdwijnen je gedachten tot het licht volledig is gedoofd.
Maar zolang ik daar iets kan ontwaren blijf ik dwalen in mijn hoofd.”


Ps: er volgt gauw een nieuwe blog over onze laatste himalaya-avonturen 